Maandag 4 januari 2010 – Genesis 16:8

Naar aanleiding van de preek op 1 januari 2010 om 10.00 door dhr. J. Lankhaar.

En de Engel des HEEREN vond haar aan een waterfontein in de woestijn, aan de fontein op den weg van Sur. En hij zeide: Hagar, gij, dienstmaagd van Sarai! van waar komt gij, en waar zult gij heengaan? En zij zeide: Ik ben vluchtende van het aangezicht mijner vrouw Sarai! Toen zeide de Engel des HEEREN tot haar: Keer weder tot uw vrouw, en verneder u onder haar handen(Genesis 16:7-9).

Vanwaar en waarheen? Dat lezen we in de bovenstaande tekst, Hagar, gij, dienstmaagd van Sarai! van waar komt gij, en waar zult gij heengaan? Dat is de kern van deze drie verzen hierboven en eigenlijk van heel Genesis 16! We kunnen stil gaan staan bij huwelijk en gezin, wat hier natuurlijk kernachtig in naar voren komt dat een relatie met meerdere vrouwen nooit goed kan gaan. Of over de wereldgeschiedenis, Ismaël de voorloper van de islam. Maar wij gaan stil staan bij vanwaar en waarheen!

Gods vragen naar de bekende weg

We kennen deze bekende geschiedenis wel van Abram en Sarai daar ga ik nu niet verder op in. Op Gods vragen naar de bekende weg wil ik vandaag op in gaan. We kunnen het lezen in de tekst, Hagar, gij, dienstmaagd van Sarai! van waar komt gij, en waar zult gij heengaan?, vanwaar en waarheen? Het was bij God bekend wat er was gebeurd, toch, vraagt hij het. De aanspraak is heel teer en zacht, Hagar, hoor je het Hem fluisteren met liefde in Zijn stem? Maar tegelijkertijd is Hagar ook gelijk een veroordeling, omdat Hagar onrust of vlucht betekent, God noemt haar bij haar zonde. Dan hoor je ook dienstmaagd van Sarai, God kent haar zonden en weg. En zo worden wij ook ’s zondags bij het lezen van de wet bepaald bij deze vraag, vanwaar en waarheen? Christus roept ons op, Mijn zoon, Mijn dochter, geef Mij je hart! En hij roept het ons toe: ‘al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol(Jesaja 1:18^b)’.

Morgen deel 2 in deze drieluik, belijden van de verkeerde weg.